Stadsslot/Benedenpoort-gebouw Dillenburg

Door het "Obertor" (de bovenpoort) in het noorden en het "Untertor" (de benedenpoort) in het zuiden van Dillenburg verliep waarschijnlijk al sinds de verlening van het stadsrecht (1344) de oude verkeersweg tussen de beurssteden Frankfurt (in het zuiden) en Keulen (in het westen).

De eerste grotere verbouwing vond plaats in 1594. Vorstin Isabella, de echtgenote van Christiaan, de laatste vorst van Dillenburg, liet in het jaar 1737 de beide huizen naast de poort direct met elkaar verbinden tot het huidige gebouwencomplex.

Nadat de vorstin ruzie had gekregen met haar man, verhuisde ze naar dit "stadsslot", waar ze tot haar dood heeft gewoond. Daarom heette het gebouw in de volksmond het "vorstinnenhuis". Toen het gebouw later werd gebruikt door diverse overheidsinstanties, werd het betiteld als "collegegebouw".

Het gebied rondom de benedenpoort was in de eerste helft van de 18e eeuw het woongebied van de gegoede burgerij.

Na een omvangrijke renovatie herbergt het gebouw sinds 2009 eigendomswoningen en de stadsbibliotheek.